De kerk is niet de enige dictatuur
Opinie, De Standaard (2023)
Godvergeten toont ons de gruwelen die plaatsvonden achter katholieke deuren, maar ook hoe we blijven vervallen in ons denken over rotte appels. De slechte paters, priesters en bisschoppen moeten buiten spel gezet worden, luidt de boodschap. Natuurlijk is dat nodig. Tegelijkertijd is deze benadering door en door reactief: eerst moet het fout gaan. Maar als we goed opletten vinden we ook aanwijzingen naar een proactieve aanpak.
Priester Rik Devillé publiceerde in 1993 zijn eerste boek, De laatste dictatuur, waarin hij de macht en hiërarchie van de kerk in vraag stelde. Over seksueel misbruik werd in het boek nog niet gerept. Toch grepen meerdere slachtoffers de gelegenheid aan. Ze contacteerden hem op eigen initiatief. Ondanks zijn priesterschap tekenden zich in Devillé’s kritiek op de kerk namelijk de contouren af van een veilige haven. Het feit dat Devillé’s boek over de kerkelijke macht die stroom aan getuigenissen op gang bracht, onderstreept wat er nodig is om de stilte te doorbreken. Zoals decennia aan feministisch werk ons leerden, gaat seksueel misbruik namelijk niet alleen over seks. Het gaat ook altijd over macht. Dit geldt voor slachtoffers van ieder gender en iedere leeftijd.
Hiërarchie zit ingebakken
Dat kritiek op de kerkelijke machtsstructuur de verhalen over misbruik naar boven bracht, helpt ons iets herinneren: zolang er grote machtsongelijkheid bestaat, zal er misbruik zijn. Om slachtoffers te laten praten, moeten we dus niet alleen beweren dat een plek veilig is. De strijd tegen grensoverschrijdend gedrag gaat ook hand in hand met het bestrijden van gecentreerde macht. Als we misbruik in de kiem willen smoren, moeten we kritisch staan tegenover iedere machtsstructuur.
De kerk is niet de laatste dictatuur. ‘Het is een machtsinstituut. Niet van de oude stempel, maar van de ultra oude stempel,’ zegt Devillé. Hij doelt daarmee op het feit dat macht in de kerk niet in twijfel getrokken wordt.
Maar dat geldt ook voor bijvoorbeeld universiteiten, ziekenhuizen en media. Hiërarchie zit in deze instituten ingebakken. De geestelijken waren in veel opzichten de top van de samenleving tijdens het hoogtepunt van het misbruik. De scholen waarin pedofilie plaatsvond, waren hoog aangeschreven en in het beste geval hielp een priester of pater je om een plekje in de hemel te bemachtigen.
In de universiteit zijn het professoren die doctorandi kunnen maken of breken. In het ziekenhuis zijn het aangestelde artsen en specialisten die over het lot van de assistent beslissen. En als de nieuwe hoofdredacteur van een krant u niet mag, bent u als freelancer uw inkomen kwijt.
Precies deze sectoren kwamen de laatste jaren onder vuur te liggen. Grensoverschrijdend gedrag komt er namelijk vaak voor. Met als gevolg dat er nu allerlei klachtenprocedures en meldpunten uit de grond schieten.
Het was een grapje
De nieuwe meldpunten lijken niet bedoeld om een systeem in twijfel te trekken. In veel gevallen worden meldingen zelfs helemaal niet beantwoord. Soms leiden ze tot een minimaliserende verklaring van het ongewenste gedrag. ‘Het was als grapje bedoeld’, of ‘hij had niet door dat het onprettig was’.
Als meldpunten het uitzonderlijk goed doen, halen ze de slechte appels eruit. Dat is dan een individu minder dat misbruik kan maken van het systeem. Maar de sociale structuren die als kweekvijver voor machtsmisbruikers werken, blijven mooi intact. We willen blijkbaar tegen iedere prijs voorkomen dat de goede promotoren en artsen zich moeten aanpassen.
Als we ons afvragen waarom er niet gretiger van die meldpunten gebruikgemaakt wordt, kunnen we misschien beter teruggrijpen naar dat eerste boek van Devillé. Hoe worden appels rot? En hoe komt het dat ze in de mand blijven liggen, totdat er meerdere slachtoffers door traumatiserende klachtenprocedures zijn gegaan?
Een meldpunt moet niet zelf een instituut worden. En ook niet simpelweg een persoon met zwijgplicht. Slachtoffers hebben behoefte aan iemand die zegt dat die macht niet legitiem is. Iemand die openlijk durft te zeggen dat het systeem rot is. Daar kunnen de meldpunten van universiteiten en media nog iets van leren.