Stilte voor de dood, protest voor de daad
Opinie, De Standaard (2020)
Stilte is een gepaste reactie op de dood. Een gevoel van verbijstering, verdriet en ongeloof dat niet door woorden gedragen kan worden. Het enige wat we kunnen zeggen, is: ‘Hier zijn geen woorden voor.’ De dood van CD&V-politica Ilse Uyttersprot kreeg ook deze reactie. Een vrouw wordt in haar slaap vermoord met een hamer, en wij reageren met een somber en respectvol zwijgen.
Met stilte voor de dood kun je zeker eerbied tonen aan de slachtoffers en de nabestaanden. Maar voor deze daden is dat niet genoeg. Een trend vraagt om meer dan geluidloos verdriet. De dood van George Floyd bracht niet alleen een stilte voort, maar ook heel veel geluid. Dichter bij huis werd vorig jaar de moord op Julie Van Espen ook niet enkel met een eerbiedig zwijgen beantwoord. Vijftienduizend mensen lieten met een stille mars een luide stem horen: hier is iets systematisch fout.
Het grotere plaatje
Wat Ilse Uyttersprot overkwam, is geen uitzondering. Twee dagen na de moord op Uyttersprot kwam er weer nieuws uit Aalst: een vrouw werd op de parking van haar werk neergestoken door haar ex-man. Deze tragische gebeurtenis wordt weggezet als een tweede ‘gewelddaad’ in Aalst, een passioneel drama. Maar die woorden verbergen een trend van geweld tussen geliefden of ex-geliefden, met bijna altijd de man als dader en de vrouw als slachtoffer. We spreken over de twee gruwelijke daden alsof ze los van elkaar staan. Behalve dezelfde plaats en het geweld, wordt weinig over de samenhang van de delicten gesproken. We bespreken ze als twee delicten, twee daders, twee motieven, alsof ze niets met elkaar te maken hebben. Waar we bij Van Espen en Floyd het grotere plaatje zagen, zien we hier alleen twee losse puzzelstukken.
De moord op Julie van Espen maakte een gevoel los over de veiligheid van vrouwen. Hoe kan zoiets buiten gebeuren op klaarlichte dag? Maar op een moord in de privésfeer reageren we totaal anders dan als er een moord op straat plaatsvindt. De vreemde in het steegje is een monster, terwijl de man die zijn vrouw vermoordt een passiemoord pleegt en zich beroept op zijn radeloosheid. We weten tenslotte allemaal hoe moeilijk het soms kan zijn om van iemand te houden. Voor Julie Van Espen kwamen we de straat op, maar voor Ilse Uyttersprot zijn we alleen in rouw.
‘Slechte buurten’
Als jonge vrouw word ik vaak genoeg gewaarschuwd om niet ’s avonds door een bos te fietsen of mij alleen in ‘slechte buurten’ te begeven. De cijfers zeggen me iets anders, namelijk dat de plek waar ik me echt onveilig moet voelen thuis is en niet op straat. Een op de zeven vrouwen heeft in de afgelopen twaalf maanden te maken gehad met geweld van een (ex-)partner, toonde het Centre Liégeois d’Étude de l’Opinion aan. De man voor wie ik bang moet zijn, is niet de vreemde bij de brug, maar de man om wie ik geef en die dicht bij mij staat.
In Zuid-Amerika hebben het afgelopen jaar genoeg massaprotesten plaatsgevonden, die huiselijk geweld aankaarten als een groot probleem en die daarmee de aandacht vragen die femicide verdient. Op de vrouwenmoorden in Buenos Aires werd bijvoorbeeld niet alleen met stilte en rozen voor het presidentiële paleis gereageerd, maar ook met een schreeuw om hulp en verandering. De cijfers zijn misschien verontrustender in Zuid-Amerika, maar de berichten van afgelopen week leggen de vinger op de zere plek: wij hebben met hetzelfde probleem te kampen. Toch blijft het in Europa verdacht stil rond dit probleem. Onze mannen doen dit niet. Onze mannen beschermen ons. Behalve als het even niet meer lukt met de liefde.