Met alleen ‘wat een monster!’ komen we er niet in de zaak-Pelicot (en andere)

Opinie, De Morgen (2024) met Wouter van Hooydonk

Suzanne Roes en Wouter van Hooydonk zijn filosoof. Zij doctoreren aan de UAntwerpen.

Soms volstaan woorden niet. Zelfs ‘huiveringwekkend’ is niet voldoende om de situatie van Gisèle Pelicot te omschrijven. Zij werd tien jaar lang door haar echtgenoot gedrogeerd en door hem en meer dan tachtig andere mannen die op een online advertentie reageerden verkracht. De man die zo vaak een uitstekende echtgenoot was, bleek al die tijd een monster te zijn. Tegelijkertijd toont de zaak ook hoe alledaags verkrachting is. Veel beklaagden zijn doodgewone mannen: liefhebbende echtgenoten en zorgzame vrienden met normale banen zoals journalist of verpleger. Gisèle Pelicot, die woensdag voor een tweede keer getuigde in de strafrechtbank van Avignon, was zo moedig om te eisen dat het proces publiek gevoerd wordt, zodat er lessen uit getrokken kunnen worden. Een misdaad die zo lang en door zoveel daders heeft plaatsgevonden, vraagt om besprekingen en analyses, ook als ze onmogelijk recht kunnen doen aan wat er gebeurd is.

Een echo van De Beauvoir

Tijdens de rechtszaak gaf Dominique Pelicot, Gisèle’s voormalige echtgenoot, de feiten toe. Hij noemde ze onvergeeflijk. Ook vertelde hij over trauma’s in zijn kindertijd. Hij zou als kind thuis getuige zijn geweest van seksueel geweld, beweert zelf te zijn misbruikt, en zou gedwongen zijn om als tiener deel te nemen aan een groepsverkrachting. Pelicot voerde zijn gedrag daarop terug: “Je wordt niet als een pervert geboren, je wordt er een”.

We kunnen Pelicots verhaal zien als een poging om de aandacht af te leiden van het slachtoffer door empathie op te wekken voor de dader, een fenomeen dat de feministische filosofe Kate Manne himpathy noemt. Bij elk geval van seksueel grensoverschrijdend gedrag staan sommige mensen te springen om het voor de dader op te nemen. Met uitspraken als “hij is al genoeg gestraft” of “hoe moet hij zich voelen” wil men het potje toedekken. Zo snel mogelijk terug naar de normale gang van zaken.

Tegelijk lijkt Pelicots opmerking geleend van Simone de Beauvoir. “Je wordt niet als vrouw geboren, je wordt er een”, schreef de filosofe vijfenzeventig jaar geleden in De Tweede Sekse. Een dader van gruwelijk misbruik en een feministisch icoon, die kunnen onmogelijk iets met elkaar gemeen hebben. De Beauvoir bekritiseerde een systeem dat vrouwen structureel onderdrukt. Pelicot sprak als beklaagde in een rechtszaak. Strategische overwegingen zullen dus zeker meespelen.

Toch bevatten ook Pelicots woorden systeemkritiek. Ze leiden de aandacht af van het slachtoffer en vragen medelijden voor de dader, maar niet om vervolgens niets te hoeven veranderen. Pelicot vraagt niet simpelweg om himpathy. In zijn echo van de Beauvoir schuilt een oproep om te kijken naar de wereld waarin hij en al zijn mededaders opgroeiden. We moeten vrouwenhaat niet alleen veroordelen, maar ook onderzoeken waar die vandaan komt.

Niemand wint

Plegers van seksueel geweld zijn vaker dan gemiddeld in het verleden slachtoffer geweest. Mannelijke slachtoffers van seksueel geweld krijgen daarnaast minder vaak de hulp en aandacht die slachtoffers nodig hebben. We ontkennen stelselmatig de kwetsbaarheid van jongens om ‘sterke mannen’ van ze te maken. Tegelijkertijd leren we hen dat de wereld voor hen is om te nemen. Dominerende mannen worden beloond, zeker wanneer ze tot de maatschappelijke elite behoren.

Ons klassieke beeld van de dominante man is net zo verwrongen als dat van de verkrachter. Bij de verkrachter zien we te snel een vieze man in een steegje voor ons. De dominante man is boos, kan geen nee accepteren en zal nooit zorgzaam uit de hoek komen. Maar domineren kan soms ook deel zijn van op het eerste gezicht ‘zachtere’ vormen van mannelijkheid, zoals die van de uitstekende echtgenoot en de man die verpleger wordt. Het betekent dat je de wereld naar je hand zet als je de kans krijgt. Dat de mensen en dingen om je heen er voor jou zijn om te gebruiken, vooral als ze toch geen nee kunnen zeggen. Dat iemand tegelijkertijd een liefhebbende echtgenoot of vader kan zijn en toch zoiets kan doen, hoeft geen paradox te zijn.

Leren domineren helpt niemand. Zelfs mannen zelf zijn hier uiteindelijk slachtoffer van, want wie op deze manier leert omgaan met anderen zal nooit oprechte connectie en liefde kunnen ervaren. Dat zeggen we niet uit himpathy, maar wel om erop te wijzen dat de samenleving waarin we leven mannelijk daderschap cultiveert. Zij zijn immers degenen die het meest de boodschap meekrijgen dat de wereld tot hun dienst staat en dat anderen slechts middelen voor hun doelen zijn.

Pelicots gruwelijke daden suggereren een zieke geest, maar daar mogen onze analyses niet stoppen. Waarom viseerde hij zijn vrouw, hoe kon hij zo lang doorgaan en waarom gingen zoveel mannen daarin mee? Pelicots misogyne daden staan niet los van de context waarin hij handelde. Bij zijn geboorte in 1952 werden gehuwde vrouwen in Frankrijk nog niet zo lang als handelingsbekwaam gezien. (In België moesten ze nog zes jaar wachten.) Toen hij trouwde, was verkrachting binnen het huwelijk nog legaal, zowel in Frankrijk als in België. Dat sommige mannen vrouwen nog steeds als eigendom zien, een object waarmee ze kunnen doen wat ze willen, komt dus niet uit het niets.

Geen enkel persoonlijk verhaal of maatschappelijke context kan goedpraten wat Gisèle Pelicot is aangedaan, maar ze helpen ons wel naar een betere toekomst te zoeken. Walging en woede zijn gepaste reacties bij deze rechtszaak. Maar als we willen dat het geweld stopt, zal “wat een monster!” niet volstaan. We moeten naar de wortels van mannelijk daderschap kijken, hoe onkies dat ook voelt.